Amsterdammers willen gehoord worden

stopera


Enige tijd geleden heeft D66, met name de heer van den Heuvel, een initiatiefvoorstel ingediend betreffende bezwaar- en beroepsprocedure. Dat vond ik een zeer zinnig initiatief. Dat was al aangekaart tijdens een bijeenkomst in de Stopera met de fractie van D66 en een aantal uitgenodigde Amsterdammers. Want er heerst veel onduidelijkheid en verwarring. Daarover had ik al een stuk opgesteld ‘Kafka aan de Amstel’ voor de raadsleden, gebaseerd op de praktijk van alledag.

Donderdag wordt dit initiatiefvoorstel van D66 en de collegereactie hierop behandeld in de Commissie AZ (punt 13-15).
Zie ook:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-83730.html

Ik ben geen jurist maar deze aanvullende nieuwe regeling komt op mij over als weinig hoopgevend. Deze regeling zou aanvullend zijn. In hoeverre verandert dit besluit de regeling waar dit een aanvulling op is? Het lijkt mij dat een interne bezwarencommissie (en daar komt het in de meeste gevallen op neer) de gemeente altijd het voordeel zal geven om eigen besluiten door te drukken. Hoorzittingen zullen mijns inziens eerlijker verlopen als de bezwarencommissie extern is, bestaat uit juristen en onafhankelijk is.

Ik constateer ook dat er geen verduidelijking is opgenomen over inzage- en bezwarentermijn. Bovendien is de informatie die de gemeente tegenwoordig verstrekt nog steeds onduidelijk. De dag waarop een besluit is bekendgemaakt aan aanvrager wordt nu helemaal weggelaten in ‘bekendmakingen'. Dat betekent dat je om precies te weten tot wanneer je een bezwaar kunt indienen je een verzoek moet richten aan de gemeente om die datum  aangeleverd te krijgen. Daarmee wordt de hele bezwaarprocedure weer vertraagd. Het komt erop neer dat we eigenlijk ook elke dag de pagina’s met bekendmakingen zouden moeten opzoeken om tijdig geïnformeerd te zijn. Dat lijkt mij een bewuste bemoeilijking van de procedure voor inzage en bezwaarmaken.

Een externe commissie die bestaat uit juristen kan in elk geval een advies uitbrengen aan het bestuur dat gebaseerd is op een professioneel oordeel over de kansen van een bezwaar bij een rechter. Dat kan ervoor zorgen dat overheden zorgvuldiger te werk gaan en zowel de burger als de overheid zelf niet nodeloos naar de rechter sturen.

Hieronder de mening van een professional die gisteren al een ingezonden brief stuurde aan het Parool.

Sebastiaan Levelt - Wieringa Advocaten: “In een recent blogartikel en mijn bijdrage in het Parool van 14 september jl. (p. 27) beschreef ik kritisch het voornemen van het college de behandeling van bezwaarschriften met externe commissies te verlaten en de interne commissie voor de gehele stad tot uitgangspunt te maken.

De gezamenlijke conclusie van de diverse wetenschappelijke onderzoeken is dat meer ruimte en aandacht moet worden besteed aan een informele aanpak. Niet is geconcludeerd dat bij de informele aanpak beter een interne adviescommissie past. Integendeel, in de onderzoeken is expliciet gesteld dat de informele aanpak goed kan worden gecombineerd met beide varianten.

In géén van de onderzoeken is een onderbouwde conclusie neergelegd dat de interne adviescommissie het beste past bij de bezwaarschriftenprocedure in het algemeen. Er is al helemaal niet geconcludeerd dat de interne adviescommissie de voorkeur verdient boven een externe commissie.

Het door de voorstanders van de interne commissie aangevoerde bezwaar dat de externe commissie in veel gevallen uit juristen bestaat, is juist geen bezwaar maar staat er garant voor dat tenminste de rechtmatigheidstoets correct wordt uitgevoerd. De praktijk van vele rechtsbeoefenaren leert dat interne commissies meer geneigd zijn het in bezwaar aangevochten besluit hoe dan ook, dus ook indien het juridisch niet houdbaar is, toch overeind te houden. De rechtbank moet er dan aan te pas komen. Een externe commissie voert de rechtmatigheidstoets indringend en zorgvuldig uit. De bescherming van de rechten van de betrokken natuurlijke personen en rechtspersonen ten opzichte van het bestuursorgaan zijn daarmee het best gediend.

Het is een illusie aan te nemen dat een interne commissie de belangenafweging indringender toetst, alleen al vanwege het feit dat - anders dan bij een externe commissie - hiërarchische en/of collegiale belangen een rol kunnen spelen bij de beoordeling van het bezwaarschrift. Wel is zeker dat de interne commissie de rechtmatigheidstoets minder onafhankelijk, partijdiger en minder deskundig verricht.

Het is een illusie aan te nemen dat het belang van de burger beter is gediend met een interne commissie en de burger zich meer gekend zal voelen. De huidige externe commissies bestaan uit deskundigen, die zich tegen een geringe vergoeding inzetten voor de stad en afkomstig zijn uit bedrijfsleven, wetenschap, rechtsspraak, advocatuur, centrale of decentrale overheid, of anders. De kennis en kunde, rechtstreeks uit de samenleving, die deze verschillende achtergronden met zich meebrengen, zijn zowel voor de burger als voor het bestuursorgaan c.q. de ambtelijke organisatie van toegevoegde waarde bij de behandeling van bezwaren en biedt een garantie op het voorkomen of doorbreken van tunnelvisie.

Indien het werkelijk zou gaan om het belang van de burger, dan zou tenminste moeten worden voorzien in de keuzemogelijkheid voor de burger. Indien deze in het bezwaarschrift de voorkeur uitspreekt voor een externe commissie, dient daarin te worden voorzien."

Zie ook: 

SCOnline: "De rechtsbescherming van de burger is ‘onderbelicht geraakt’ bij het almaar uitdijende arsenaal van bestuurlijke sancties. Dat stelt de Raad van State in een kritisch, ongevraagd advies."

© 2015