Biojournaal: "Alarmfase voor 44% van de broedvogels
Vandaag is de nieuwe Rode Lijst van broedvogels vastgesteld. Sovon Vogelonderzoek Nederland beoordeelde in opdracht van het ministerie van LNV opnieuw welke vogelsoorten er in de gevarenzone zitten of zelfs met uitsterven bedreigd worden. Dat gebeurde voor het laatst in 2004. Zo'n 44% van de broedvogels staat op de lijst.
Op de lijst staan in totaal 87 vogelsoorten die in Nederland broeden of hebben gebroed. De vogels zijn ingedeeld in categorieën van gevoelig tot verdwenen. In het afgelopen decennium verdwenen de klapekster, duinpieper en ortolaan als broedvogel. Andere soorten, zoals de wulp en de torenvalk, namen verder af en verschenen voor het eerst op de lijst.
Duidelijke signalen
De Rode Lijst geeft de gezondheidstoestand van de Nederlandse vogels weer. De overheid gebruikt de lijst om de effectiviteit van het natuurbeleid te evalueren. Van de lijst soorten gaan duidelijke signalen uit; voor vogels die voorkomen in extensief gebruikt cultuurlandschap, zoals de kwartelkoning, ringmus en kneu, is bijna geen plek meer in Nederland. Door problemen in heidegebieden verdween de duinpieper en verkeert het ooit zo algemene korhoen in de hoogste alarmfase.”
Rode Lijst 2017 van Nederlandse broedvogels
"De knelpuntenanalyse van de soorten van de Rode Lijst volgens Nederlandse criteria laat zien dat de belangrijkste knelpunten betrekking hebben op allerlei aspecten die gerelateerd zijn aan intensivering van de landbouw, en daarnaast aan sterke regulering door de mens van (half)natuurlijke systemen.
Tenslotte speelt een breed spectrum aan andere typen knelpunten een rol, zoals de omstandigheden in de doortrek- en overwinteringsgebieden en de gevolgen van klimaatverandering. De meeste Rode Lijstsoorten staan aan meerdere drukfactoren tegelijk bloot.”
Aangezien dit rapport is opgemaakt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken dat een nieuwe melkkoe heeft gevonden in de festivalindustrie, zijn in deze studie natuurlijk festivals en evenementen niet onderzocht op hun mogelijke verstoring en verdrijving van broedvogels. Maar het spreekt vanzelf dat als GGA een heel park uitdunt, bomen kapt, struiken rooit, rietkragen maait, dat grote gevolgen heeft voor broedvogels. De nachtegaal bijvoorbeeld die zijn nest maakt op de grond zal door zo’n uitdunning zijn broedplaats verliezen. Als de bomen waar onze ransuilen in broedden zijn gekapt dan moeten ze wel elders een plek zoeken. Dat is onder andere het geval in het Gaasperpark. De ransuil en de nachtegaal zijn volgens de lijst kwetsbaar en horen daarom niet verstoord te worden, zeker niet tijdens de broedtijd. Amsterdam Open Air, de koploper van alle natuurvernietigende festivals, mag nog steeds feesten in het Gaasperpark tijdens de broedtijd. Dat dat geen gevolgen zou hebben voor de natuur gelooft geen zinnig mens. De idylle wordt gewoon vertrapt door de feestneuzen van Amsterdam Open Air, dat blijkbaar alle natuurgebieden in de omtrek wil koloniseren.