Eindelijk weer een heuse rel in medialand. Bernard Hulsman heeft in de NRC van 14 oktober het volgende geschreven:
Pittig. Zeker. Maar ‘lijken op’ is niet hetzelfde als dance events gelijkstellen aan nazi-bijeenkomsten. Dance event bezoekers zijn geen nazi’s. Maar het medium dat gebruikt werd toen en dat van tegenwoordig komt unheimisch erg overeen. De hand gaat omhoog als symbool van eensgezindheid, men zoekt naar een idylle, een vorm van saamhorigheid en die wordt geponeerd met veel kabaal wat ook een vorm is van agressie tegenover de hele omgeving, zowel fauna als omwonenden. Daar valt niets op af te dingen. De middelen om tot massahysterie te komen gelijken wel erg sterk op elkaar nu en toen. Want het is en blijft een leugen, de leugen van saamhorigheid, eenheid, en de rest van de wereld een poepie laten ruiken. Dat poepie is voor festivalbezoekers de geluidsoverlast en het vertrappen van parken en natuurgebieden maar voor nazi’s ging dat heel wat verder.
Het NRC-artikel is intussen teruggetrokken. Maar is natuurlijk dank zij internet nog steeds te vinden (update: jammer genoeg nu ook niet meer beschikbaar). Het kan natuurlijk niet en in dit geval zeker niet zo zijn dat onwelvallige kritiek in de kiem gesmoord wordt. Dat zou dan weer een nieuwe overeenkomst kunnen opleveren. De NRC heeft gelukkig later een commentaar gepubliceerd met een afdruk van het artikel. Even een korte passage, zodat u zelf kunt oordelen:
"Techno is de marsmuziek van het digitale tijdperk. Dat is niet alleen te horen aan de muziek die een eeuwig voortdenderende, hypnotiserende beat als basis heeft, maar ook te zien aan de vormgeving van technoraves. Standaard onderdeel van dancefestijnen, zoals die volgende week tijdens het Amsterdam Dance Event weer op veel plekken in de hoofdstad zullen plaatsvinden, is een lichtshow met tientallen laserstralen. De lichtstralen die de duisternis boven de dansende meutes doorklieven doen denken aan de 130 lichtbundels die in de jaren dertig de soms 300.000 (para)militairen en andere aanwezigen omringden op het Zeppelinfeld in Neurenberg tijdens de Reichsparteitage van de NSDAP.”
Jan Katsma heeft er meteen een nog gechargeerder satire (die wel wat dubieus overkomt) op gemaakt.
Inderdaad, er zijn meer mensen die dat al opgevallen is. Maar daarmee zijn dance freaks nog geen nazi’s. De parafernalia lijken op mekaar. En dat zou een reden moeten zijn om hierover goed na te denken. Dance events in open lucht zijn een vorm van agressie tegenover de omgeving. Dat is gewoon zo. Dance events creëren een kunstmatig gevoel van eenheid, van simplistische idylle die lak heeft aan de normale omgangsvormen van respect voor andersdenkenden. Festivals zijn massabijeenkomsten die iets luidruchtig willen vieren of verkondigen. Massa’s zijn macht. En dat zullen ze laten horen ook. En laten we eerlijk zijn we weten nu allemaal dat grote festivals onze parken en zelfs natuurgebieden vernielen. Het zijn dus niet de gedoodverfde idyllen. Het is het opleggen van de wil van de jongeren die hun dreunen kilometers ver willen laten horen. Massa’s leggen tijdens festivals hun wil op aan de omgeving en vertrappen de reëel bestaande idylle van de natuurgebieden waarin ze 'raven’. Het nadeel van festivals is dat ze steeds verder willen groeien.
Elias Canetti geeft in zijn Masse und Macht vier kenmerken van massa’s:
1. De massa wil steeds groeien
2. In de massa heerst gelijkheid
3. De massa houdt van densiteit
4. De massa zoekt een doel.
"Wenn sich Menschen zu einer Masse zusammenscharen, vollziehen sie damit nicht einfach eine politische, gesellschaftliche Bewegung, sondern sie ahmen einander nach."
Maar er zijn wel degelijk verschillen tussen de massa’s van festivals en die van nazi-bijeenkomsten. Volgens Canetti zijn er ook verschillende soorten massa’s. Beide soorten massa’s worden misbruikt; de ene voor een foute ideologie, de andere, gecreëerd door de festivalorganisatoren (die zelf gaan voor de winst) leidt het domme volk naar consumptie en verdoving.
Het wordt wel tijd om dit aspect van dance events, die totaal anders zijn dan nazi-bijeenkomsten, maar wel met hetzelfde instrumentarium werken, eens grondig maatschappijkritisch te onderzoeken. Met welk soort ‘massa’ hebben we bij festivals te maken? In alle gevallen worden massa’s geleid of misleid, en de vraag is waarheen. In elke massa schrompelt het individu als zelfstandig denkend mens ineen.
Laten we even lezen wat GeenStijl hierover schrijft: "Nee, de indringende behoefte tot in een groep achter een droomwereld
aanrennen is helemaal niet verdwenen sinds de zoveelste tijdelijke
indamming van de Duitse Wille zur Macht. Het verschil is dat de
polletieke component er nu wel een beetje uit is: het verlangen trekt
zich nu alleen nog maar terug op het persoonlijke vlak. Wat over is, is
een hol pseudoboeddhistisch verlangen naar een trance-achtige staat
waarin ouderdom, gebrek en ellende niet meer bestaan. Het heeft geleid
tot een narcistische cultuur van instagram-lebensbornertjes die allemaal
jong, knap en onsterfelijk zijn.
De apenbreintjes die ook nog eens erg gelukkig worden als een aap met leiderschapskwaliteiten plaatsneemt op een podium om wat te doen met draaitafels of rechterarmen: de cultus rond de DJ is niets anders dan een muzikale incarnatie van het Führerprinzip.”
De knuppel is in het hoenderhok gegooid. Ik ben benieuwd of onze intelligentsia nog in staat is om daar iets zinnigs over te zeggen. Met het intrekken van een artikel komen we echt niet verder.
AT5: "Voor de Amsterdamse dj en producer Mees Dierdorp is ADE juist een plek waar alle vrienden samenkomen.
De laatste tijd heeft hij zelf niet meer veel tijd over om te dansen, vanwege zijn werk. Maar met ADE zorgt Mees er in ieder geval voor dat hij in Amsterdam is. 'ADE sijpelt door tot in elke steeg. Het is niet één groot plat stuk land met een enorme tent er op met 300.000 man, het is echt ín de stad.’”
Tja, dat is nou juist het probleem, het sijpelt door tot in elke steeg. En dat betekent overlast, overal. Kennelijk is het veroorzaken van overlast het aantrekkelijke ervan. We hebben dus te maken met bezoekers die geen respect hebben voor bewoners die rust willen. Het zijn zogezegd allemaal ‘vrienden’; Amsterdam Open Air noemt zichzelf ‘a collaboration of friends’; bezoekers zijn ‘friends’, maar die ‘friends’ kunnen door het geluidsvolume elkaar niet eens verstaan. Communicatie is ook niet gewenst voor een festivalbreed gevoel van saamhorigheid en het genieten van de 5 d’s.