Het wordt weer drukker in mijn tuin. Er is weer voer voor hen. Vanmorgen heb ik het nest uit het huisje van de koolmezen gehaald en het huisje schoongemaakt en ontsmet. Het zijn standvogels die overwinteren in ons land. Zo kunnen ze er indien nodig weer in schuilen deze winter om volgende lente weer een nest te bouwen. Zo’n nest is heel zacht; onderaan mos en daarboven nog zachtere lagen dons en veerbaardjes.
Dit jaar trof ik geen twee nesten boven mekaar aan, wat betekent dat het broeden niet verstoord werd door een vriesperiode. Als het onverwacht na het leggen van de eieren weer gaat vriezen dan verlaten de mezen het nest en beginnen opnieuw met het bouwen van een nest bovenop het eerste. Dit jaar dus één nest waarvan alle eieren zijn uitgekomen en de jongen uitgevlogen. Mogelijk waren er dit jaar twee jongen.
’s Middags kwamen er drie duiven aangevlogen. Kennelijk hoorden ze bij elkaar, een houtduif en een rotsduif (stadsduif), en zo te zien ook een kruising van beide met een ongewoon verenkleed.