De kleine rode weekschildkever op fluitenkruid
De kleine rode weekschildkever (Rhagonycha fulva) heeft net als alle weekschildkevers zachte dekschilden en een langwerpig lichaam, sprieterige poten en lange, duidelijk gesegmenteerde antennes. De lichaamslengte is 7 tot 11 millimeter, de kleur is geheel oranjerood, de achterste punten van de dekschilden zijn donkerder tot zwart gekleurd. Ook de laatste segmenten van de poten (de tarsen) en de antennes en ogen zijn donkerbruin tot zwart gekleurd. De kleine rode weekschildkever is van het rood soldaatje te onderscheiden door het donkere einde van de dekschilden. Ze zijn vaak parend te vinden op schermbloemen.
Het fluitenkruid (Anthriscus sylvestris) dankt zijn naam aan het feit dat van de stengel fluitjes gemaakt kunnen worden. Om een fluit te maken moet bij een holle fluitenkruidpijp, met onderaan een dichte knoop, ongeveer halverwege een snee overlangs gemaakt worden.