De grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius, synoniem: Rhinanthus serotinus) is een eenjarige halfparasiet uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae). De 10-80 cm hoge plant heeft gele bloemen met een donkerpaarse lip.
De grote ratelaar komt van nature voor in vochtige, matig voedselrijke graslanden. De soort heeft erg geleden onder de intensivering van de landbouw. Tegenwoordig komt men de grote ratelaar weer meer tegen. De plant is namelijk gemakkelijk uit te zaaien en is populair bij (weg)beheerders. Omdat de zaden maar een jaar kiemkrachtig blijven dienen bermen en hooilanden met de grote ratelaar laat in het seizoen gemaaid te worden.
Plaatselijk vrij algemeen, maar zeldzaam tot zeer zeldzaam in de Groningse, Friese en Hollandse zeekleigebieden, in laagveengebieden, Zuid-Limburg, in de Peel en op de Veluwe. De plant is wettelijk beschermd.
De grote ratelaar is meestal halfparasiet op grassoorten. Op plaatsen waar veel ratelaars groeien is het gras meestal vrij laag.
Verwante soorten zijn de kleine ratelaar (Rhinanthus minor) en de harige ratelaar (Rhinanthus alectorolophus). Waar de grote en de kleine ratelaar samen voorkomen kunnen hybrideen ontstaan. Het onderscheid tussen beide soorten is soms vrij onduidelijk. De kleine ratelaar heeft zoals de naam al suggereert een kleinere kelk (tot 1,5 cm) en meestal geen paarse lip. De grote ratelaar komt veel meer voor dan de kleine ratelaar. De harige ratelaar is goed van de grote ratelaar te onderscheiden door de donzige behaarde kelk.