De vliegenzwam (Amanita muscaria) is vrij algemeen. Hoed bolvormig, dan uitgespreid tot vlak, Ø 8-20 cm, glad, helderrood, oranjegeel verblekend, met vergankelijke, pyramidevormige, witte vlokken. Lamellen wit.
Steel 8-18 x 1-2 cm, wit, aan de voet vlokkig, met een witte tot gelige ring. Vlees wit. Geur zwak. Giftig.
Komt voor in bossen en lanen bij loofbomen (berk, eik, beuk, linde) en naaldbomen (den, spar) op zand- en veengrond.
Ectomycorrhizavormend.
Van het rode vlies op de hoed (het gedeelte van de zwam dat het vergif, muscarine, zou bevatten) zou een vliegendodend middel kunnen worden gemaakt (een mogelijke verklaring van de naam vliegenzwam).