NRC: "Schoolbesturen in het basisonderwijs hebben in 2006 en 2007 respectievelijk 28 miljoen euro en 32,2 miljoen euro besteed aan huisvesting. Van dit bedrag was zestig procent afkomstig uit de rijksbijdrage. Dat is sinds 1 augustus 2006 verboden. De rijksbijdrage is bedoeld voor docenten en lesmateriaal. De helft van het geld ging op aan behuizing van de besturen, een kwart aan nieuwe schoolgebouwen en een kwart aan onderhoud."
Van basisschool Het Gein zijn weinig financiële gegevens te vinden. In het basisonderwijs en ander onderwijs wemelt het van de stichtingen en vertakkingen van besturen, bestuurslicenties en dienstverlenende en onderwijsondersteunende 'facilities'. Het is voor ouders en burgers onoverzichtelijk geworden.
Sinds januari 2009 valt Het Gein onder het bestuur van de Stichting Algemeen Bijzondere Scholengroep Amsterdam, ABSA. Dit bestuur is ontstaan uit een fusie van 4 besturen met 6 Algemeen Bijzondere Basisscholen in Amsterdam.
In sommige stichtingen, zoals Stichting Sirius (gevestigd in Heerlen, nota bene), die meerdere scholen beheren gaan miljoenen om. Het onderwijs is een industrie geworden die heel wat andere bedrijven van winsten moet voorzien. Je krijgt een loodzware en ondoorzichtige bestuurslaag en haast oncontroleerbare vertakkingen naar het bedrijfsleven. Volgens mij verdwijnt een groot deel van het onderwijsgeld als winst naar het bedrijfsleven.
Schoolfacilities: "Binnen een onderwijsinstelling is, net als in een bedrijf, kostenbeheersing een kernbegrip. Hiervoor is sturing vanuit een betrouwbaar managementinformatiesysteem noodzakelijk. Omdat die bij de meeste onderwijsinstellingen in onvoldoende mate aanwezig is, is het aan te bevelen om p&o, marketing en verkoop, financiën, huisvesting, facilitaire zaken en ict in een shared service centrum onder te brengen. Hierdoor ontstaat een centraal diensten centrum van waaruit sturing kan plaatsvinden op de afzonderlijke processen. Vooral de inkoopfunctie gaat hierin een cruciale rol spelen."
Schoolfacilities: "In alle sectoren van onderwijs is kostenbewust omgaan met huisvesting en vastgoed actueel. Of het nu gaat om lumpsum financiering, doordecentralisatie, of de onderwijsinstelling zelf eigenaar is van de gebouwen of juist de gemeente: de financiering van het vastgoed op basis van budgetten verdwijnt. Vastgoed moet worden betaald vanuit de leerlingenvergoedingen. Boekwaardeproblematiek wordt rechtstreeks de verantwoordelijkheid van veel onderwijsinstellingen. Zij worden immers zelf verantwoordelijk voor de totale financiering. Dit heeft direct consequenties voor te maken keuzes rondom vastgoed (bouwen, kopen of huren). Life Cycle Costing (LCC), de analysemethode die kosten tijdens de levensduur beschouwt, krijgt hierdoor de aandacht. Brink Groep introduceert als aanvulling hierop Life Cycle Economy (LCE): de analysemethode die een stap verder gaat door juist de kosten én opbrengsten te beschouwen en een toekomstbestendige afweging te maken ten aanzien van het onderwijsvastgoed!"
Onderwijsvastgoed! Een winstgevende markt dus. Maar tegelijk een geldverslindende industrie. Als de waarde van het onderwijsvastgoed een onderdeel is van de geplande marktwerking en de vastgoedsector mee gaat spelen in de miljoenendans dan is een gigantische onderwijscrisis niet veraf meer. De belangen van het bedrijfsleven zijn niet de belangen van het onderwijs en de leerlingen.
Dyade: "In 2010 draagt onderwijs bij aan de bezuinigen met 142 miljoen euro wat oploopt tot 375 miljoen in de jaren daarna. De grootste klap valt bij de post professionalisering bestuur en management, geld dat bij de invoering van de lumpsum is vrijgemaakt, dit jaar nog een min van 38 miljoen euro, daarna oplopend tot 90 miljoen. Kleine scholen worden uitgezonderd van de maatregel.
In 2011 zijn er nog een paar aanvullende bezuinigingen die pijn doen: 35 miljoen structureel er af bij de educatie. Wel wordt de marktwerking in de educatiesector uitgesteld met drie jaar, voordat een nog groter deel van het educatiebudget wordt overgeheveld naar de gemeenten."
Als de marktwerking in het onderwijs van start gaat dan kun je een nog grotere puinhoop verwachten, meer falende scholen, minder geld voor onderwijs waarvan het grootste deel ook nog naar het bedrijfsleven gaat, en meer belangenverstrengeling, corruptie en zelfverrijking in besturen en instellingen.
Daar komt nog bij dat het aantal leerlingen gedaald is, en dit niet alleen in de krimpregio's Zuid-Limburg, Noordoost Groningen en Zeeuws-Vlaanderen. Men verwacht dat de leerlingenaantallen over de hele linie nog meer zullen dalen in de toekomst. Dan zit je ineens met overtollig onderwijsvastgoed dat in waarde zal dalen, met alle gevolgen van dien voor de besturen die aan de marktwerking zijn overgeleverd. Met andere woorden, Nederland stevent af op een gigantisch onderwijsdebâcle. Marktwerking heeft altijd als gevolg dat de kosten stijgen en dat de kwaliteit daalt. Sommige scholen zullen het niet redden.
Ook de banken storten zich al op het onderwijs. En hun belangen liggen in zoveel mogelijk omzet, zoveel mogelijk schuiven met geld, vooral in hun richting. Zelfs beleggingen en fondsen biedt de Rabobank aan.
Intussen vallen er steeds meer gaten in het onderwijs. Autistenklasjes worden opgeheven en het is bekend dat autisme een moderne aandoening is die steeds vaker voorkomt bij kinderen. Ik krijg de indruk dat in de besturen en bij onze overheid al een aantal personen te lijden hebben van borderline autisme. Het sociale lijkt steeds meer te verdwijnen in onze maatschappelijke verhoudingen en structuren. Domheid troef in het onderwijs.
Komrij in Morgen heten we allemaal Ali:
"Ik heb het nu gehad over grote lijnen als democratie, privacy, seksualiteit, feminisme, geloof, onderwijs, milieu en esthetiek van de omgeving. De echte stille revolutie is de uitlevering aan de commercie geweest. Mijn ambitieuze bestuurdertjes werden snel ook zelf verdienertjes en subsidieslorpers."