In boek twee van 1q84 komt een compleet kattenverhaal voor, een 'navertelling' van een verhaal van een Duitse auteur van wie de hoofdpersoon in 1q84, Tengo, nog nooit eerder had gehoord, geschreven tussen de twee wereldoorlogen. Omdat de naam van de schrijver niet is vermeld ga ik ervan uit dat het door Murakami verzonnen is.
Dat Murakami gefascineerd is door katten is duidelijk. Ze spelen ook een belangrijke rol in zijn boeken. Ze zijn aaibaar, maar ook zelfstandig en onberekenbaar, ze kunnen verdwijnen (zie De opwindvogelkronieken). Murakami heeft ook kinderverhalen geschreven over katten, zoals Fuwa Fuwa (Fluffy). Deze zijn niet vertaald in andere talen, net zomin als zijn reisverslagen. Maar ook deze boeken zijn belangrijk om Murakami als schrijver te begrijpen. In 1q84 komt Mantsjoerije weer ter sprake, een donkere bladzijde in de Japanse geschiedenis. Murakami heeft deze streek bezocht en daarover ook geschreven. Tengo's vader was tijdens de oorlog uitgestuurd naar Mantsjoerije. En in De opwindvogelkronieken spelen de gruwelijke gebeurtenissen in Mantsjoerije een grote rol.
Katten zijn een lieflijker onderwerp, maar verwacht dat niet van alle boeken van Murakami. (Sommige van zijn boeken - de meeste - zijn heel aangrijpend en treurig, soms zelfs schokkend te noemen.)
In うずまき猫のみつけかた – De juiste manier om kat Uzumaki te benaderen, een verslag van zijn tijd in de VS (1993-1995), staan veel foto's van katten (gemaakt door zijn vrouw) met de schrijver er vaak bij, ook tekeningen van katten. Natsume Sōseki schreef in 1905 een satire over Japan in de Meiji periode, Wij zijn een kat (吾輩は猫である). Op een heel andere manier schrijft Murakami over Japan, ook in 1q84, en wat er zo vreemd is aan dit land. Zijn ontelbare verwijzingen naar boeken en muziek uit het buitenland zijn voor hem duidelijk een middel om te ontsnappen. Het thema 'ontsnappen' is ook op schrijnende manier uitgedrukt in Hardboiled wonderland en het einde van de wereld.