Gerechtelijke dwaling

rechtspraak

De uitspraak van de rechter over de vergunning voor Amsterdam Open Air kwam er eindelijk op 4 juni. Dat is rijkelijk laat voor een spoedverzoek dat op 30 mei is behandeld en op 17 mei al was ingediend. Intussen was de voorbereiding en de opbouw van het festival al begonnen. Zo'n late uitspraak is eigenlijk toch een schoffering van de verzoekers.

In de Nederlandse rechtspraak hebben we regelmatig te maken met gerechtelijke dwalingen. Wat we daarover horen geldt meestal spectaculaire zaken; wat we meestal niet via de media vernemen zijn de gerechtelijke dwalingen die burgerzaken betreffen. Toch komen die hierbij nog regelmatiger voor dan bij strafzaken.

De rechterlijke macht is in Nederland onafhankelijk van de wetgevende macht en de uitvoerende macht, dat wil zeggen onafhankelijk van regering en staat. Dat is maar goed ook. Maar de werkelijkheid van het huidige staatsbestel is de laatste decennia grondig veranderd. De staat is veel macht kwijtgeraakt en de regering heeft veel macht overgedragen aan de markteconomie. Privatisering en deregulering zijn de heersende dogma's. Haast ongemerkt is er een andere macht ontstaan, die van de markt, in het bijzonder de financiële ondernemingen. Grote ondernemingen schrijven mee aan wetten en lobbyen om hun belangen vast te leggen. De huidige economische machthebbers zijn niet meer onze regeringsleiders, maar de grote ondernemingen, de multinationals, die vaak niet eens of weinig belastingen betalen. Het huidige neoliberale regime draait om geld en grote financiële belangen. De belangen van grote ondernemingen, dus hun winst, gaat voor de belangen van de burgers. Dat merken we ook in de rechtspraak, waar bij het afwegen van de belangen van burgers en ondernemingen, de burger vaak het onderspit delft en de grote financiële belangen gezien worden als nationaal belang. Dat is in feite een corrumpering van de rechtspraak.

Vooral op het gebied van natuur zien we dat rechters steeds vaker uitspraken doen die de belangen van grote ondernemingen steunen. We moeten eigenlijk toe naar een nieuw rechtssysteem dat ook onafhankelijk is van de markteconomie, van het grote ondernemerschap. Al te vaak komen de belangen van burgers in het gedrang en worden zelfs nationale wetten en locale bestuurlijke wetten en regels overtreden om de financiële belangen van een paar individuen te dienen.

Dat is precies wat volgens mij ook het geval is in deze uitspraak van de rechter over de vergunning voor Amsterdam Open Air.

Hoewel ik geen advocaat ben vind ik het toch vreemd dat bij deze zaak Amsterdam Open Air ook als partij aanwezig was. Ook Groengebied Amstelland heeft zijn zegje mogen doen tijdens de zitting. Ging het hier om de vergunningverlening of oordeelde de rechter dat het om het financiële belang van Amsterdam Open Air ging? Ik dacht het eerste, de rechter dacht het laatste. Ongeveer halverwege de zitting vroeg de rechter uit eigen beweging aan Sjoerd Wynia van Amsterdam Open Air of hij een aanmerkelijk financieel belang had in het doorgaan van het festival. Vanzelfsprekend had hij dat, dit festival wordt enkel en alleen georganiseerd voor de winst en heeft niets te maken met cultuur (11 podia naast mekaar met 115dB is een kakofonie). De heer Wynia verklaarde dat hij dan failliet zou kunnen gaan. Als de zaak eerder was behandeld door de rechter dan was de kans op financiële schade voor de organisatoren miniem geweest. Bovendien moet Amsterdam Open Air altijd rekening houden met een weigering voor een vergunning. Dat de vergunningen meestal zeer laat verleend worden is een laakbare procedurefout van de vergunningverlener. De rechter laat hier dus overduidelijk het financiële belang van de organisatoren van het festival prevaleren boven de belangen van omwonenden en recreanten. Amsterdam Open Air had nauwelijks schade geleden als het festival was verplaatst naar het ArenaPark, waar ze al twee festivals hadden en ze de hele zomer door kunnen feesten en ongestoord de beest uithangen.

De rechter oordeelt dat hoewel de bestemming van het Gaasperpark te kenschetsen is als 'lichte recreatie', er geen overtreding van het bestemmingsplan is door dit evenement, omdat sprake zou zijn van ruimtelijk niet relevant, kortdurend en incidenteel gebruik, waartegen het bestemmingsplan zich niet zou verzetten.

Dat is te zot om los te lopen. Een contract voor 5 jaar met elk jaar een festival dat weken opbouw vergt, met de mogelijkheid voor het stadsdeel en/of GGA, drie festivals te laten plaatsvinden, en waardoor het Gaasperpark maandenlang niet meer voor recreanten beschikbaar is wegens herstelwerkzaamheden, is niet meer incidenteel, is geen lichte recreatie en pleegt ruimtelijk en gehoormatig een gigantische inbreuk op de omgeving en het park. Hoewel het hier volgens de rechter wel degelijk gaat om 'zware recreatie' is daar volgens haar geen bezwaar tegen omdat het een 'recreatiegebied' is. Daarbij vergeet zij voor het gemak dat dit gebied tot de EHS behoort en de HGS. Zij beweert ook dat het niet zeker is dat het evenement volgend jaar ook door zal gaan. Met haar uitspraak maakt zij dat toch wel zekerder. Het argument dat dit park is aangelegd als Floriade, betekent nog niet dat evenementen erbij horen. Stel dat het stadsdeelkantoor gebouwd zou zijn op een voormalige afvalberg, dan betekent dat nog niet dat wij ons afval zouden mogen storten in het stadsdeelkantoor.

Er zou volgens de rechter 'zicht op legalisatie van dat gebruik' zijn. Dat is in feite toch een erkenning van de huidige illegaliteit van het evenement. De rechter neemt dus alvast een voorschotje op een toekomstige legalisering. Petje af!

Volgens de rechter is er controle door de Algemene Inspectiedienst van het ministerie wat betreft de Flora- en faunawet. Er zouden geen overtredingen zijn geconstateerd voor verstoring van broedende vogels. Maar mijn melding van verstoring van het zwanennest bij het ministerie zal niet worden onderzocht. Dan kunnen en zullen vanzelfsprekend ook geen verstoringen worden geconstateerd. Hetzelfde gebeurt voortdurend met meldingen van verstoringen in andere parken. Het verantwoordelijke ministerie heeft lak aan zijn eigen wetten en de EHS-status van parken. Dat niet aannemelijk is gemaakt dat de voorgaande evenementen tot onherstelbare schade hebben geleid, is absurd. Mijn weblog documenteert de ravage elk jaar weer. Maanden na de evenementen is het Gaasperpark nog een bouwterrein, waar geploegd moet worden, gedraineerd, gras ingezaaid en kan dus al die tijd zijn eigenlijke recreatiefunctie niet vervullen. Veel begrip voor natuur en de omwonenden heeft de rechter niet, dat is duidelijk.

De rechter heeft gewoon gekozen voor het belang van de evenementenindustrie. Ik noem het een gerechtelijke dwaling.

© 2009