Kunst en literatuur, als ze goed zijn, als ze meer zijn dan louter plat vermaak, hebben een sociale inhoud, wijzen op prangende kwesties en onderzoeken wat speelt in het heden met een mogelijke vingerwijzing naar de toekomst. Goede literatuur en kunst zijn niet vrijblijvend. Als ik een moderne kunstenaar of schrijver hoor zeggen dat hij/zij geen boodschap heeft, dan wend ik me af; ik hoef geen muurbehang als schilderij en geen amusement als excuus voor literatuur. Er zijn genoeg werken die zowel amuseren als verhelderen. Dat is het betere werk. Wij amuseren ons kapot. Een goed werk heeft iets te zeggen en is niet bedoeld om de tijd te doden.
De kop van deze blogpost is Bommeliaans. Het spelen met taal is ook een kenmerk van een goed boek. Dat doet Marten Toonder voortreffelijk en er zit altijd een boodschap in zijn verhalen. Ik heb al gewezen op De Bovenbazen. Hier een paar stukjes uit dit 'universeel werk van de eerste orde' (volgens de Heer O.B.B. te R.):
Situatie: Heer Bommel heeft aan de benzinepomp liever gewone benzine dan Ultra, het nieuwste in de olie.
Deze woorden werden opgevangen door enige voorbijgangers, die in de schaduw passeerden.
'Toch een gevaarlijk iemand!' prevelde de kleinste, korzelig de pas vertragend. 'Onmaatschappelijk. Er moet versleten en verbrand worden. Verteerd en weggegooid. Anders wordt er niet verdiend, begrijp je, Steenbreek?'
Nu heer Bommel lid is van het bovenbaaswezen krijgt hij van Amos W. Steinhacker een boekje met voorschriften voor elk lid van de Bovenste Tien.
'Onze groep moet geïsoleerd werken om onze greep te kunnen bundelen. Dat is heel moeilijk en daarom moet je je aan de voorschriften houden!'
'Voorschriften?' vroeg heer Ollie opschrikkend.
'Juist!' bevestigde AWS. 'Geef nooit geld weg. Zeg altijd, dat je zoveel verplichtingen hebt, dat er niets meer af kan. Werk slijtage in de hand, want dat bevordert de produktie. Bevorder de verveling; dat schept behoefte aan nieuwe dingen. Roei de natuur uit, want natuur is onze grootste vijand. Die vernieuwt zichzelf, voel je wel? En dat soort dingen meer...'
Nadat heer Bommel met zijn aandelenpakket DDT alle kevers, spinnen en planten heeft uitgeroeid komt AWS hem prijzen.
'Hallo OBB!' riep de oliekoning minzaam. 'Uitstekend gedaan, jongen! Je hebt hier een mooi stuk braak van gemaakt. Rijp voor industrialisatie en zo!'
'Een flinke aanpak,' sprak hij. 'Hier kan gebouwd worden. Wat zijn je plannen, OBB? Wat ga je er mee doen?'
Heer Ollie slikte moeilijk.
'Doen?' herhaalde hij met een gedwongen glimlach. 'Ik moet iets aan dit braak stuk natuur doen; dat spreekt...'
...
'D-de natuur h-helpen?' stamelde AWS paars.
Nu sprong de magnaat driftig achter zijn bureau vandaan en drong op zijn gast in.
'Natuur?' schreeuwde hij in grote opwinding. 'Bah, meneer! De natuur is de vijand van het kapitaal. De natuur werkt gratis! En gratis is een vloek! Een gruwel! Niet de natuur moet produceren! Wij moeten produceren! Wij! Wijzelf!'
Het bovenstaande uittreksel geeft fijntjes en trefzeker aan waar een economische studie heel wat meer bladzijden aan zou moeten besteden. Het is juist en verhelderend. In De Bovenbazen wordt 'de middelpuntzoekende kracht van het grootkapitaal opgeheven door de middelpuntvliedende kracht van Kwetal's wiel'. Met andere woorden, 'geld trekt geld aan', of nog anders gezegd, de rijken worden rijker, de armen armer.
Hetzelfde kun je zien in de prachtige film van Luis Buñuel, La Voie Lactée, De Melkweg. Het relevante stukje begint bij minuut 4 in de clip hieronder, wanneer een mysterieuze figuur, de duivel, door twee pelgrimsgangers om een aalmoes gevraagd wordt, waarop de duivel vraagt of ze geld hebben. De ene heeft geen geld en krijgt ook niets, de andere heeft wel wat geld en krijgt nog meer. Een duivels principe, inderdaad.
De beste literaire werken introduceren vaak nieuwe begrippen die achteraf typerend blijken te zijn voor de samenleving van die tijd en later. Zo heb je in het Rusland van de tsaren, Lermontov's belangrijke werk, Герой нашего времени, Een Held van Onze Tijd, waarin de term 'лишний человек', een overbodig mens, de 'held' Pechorin typeert. Pechorin is een man met talenten, maar totaal los van de samenleving, niet in staat iets te maken van zijn status, zijn intelligentie, met andere woorden hij is totaal overbodig in de maatschappij.
Voor onze tijd belangrijk is André Gide's 'acte gratuit', de zinloze daad, zoals beschreven in Les Caves du Vatican, een boek gepubliceerd in 1914. De hoofdpersoon, Lafcadio, gooit een arme man uit de trein omdat zijn gezicht hem niet aanstaat. Als er een eeuw was van de zinloze daad dan was het wel de vorige eeuw met WO I, WO II, de holocaust, de Vietnam oorlog, de onderdrukking van Zuid-Amerika. etc. etc. Maar ook in persoonlijk gedrag zie je tegenwoordig die zinloze daad, het geweld dat niet is geprovoceerd, dat geen reden of doel heeft, geen motivatie.
Filosofisch zou je de 'acte gratuit', de 'vrije' of motiefloze daad, kunnen beschouwen als een bevestiging van de vrijheid van handelen van het individu. Maar dat is puur theorie, en ook theoretisch houdt het geen steek. Want een vrije daad bestaat niet. Als mensen hebben we de keuze tussen goed en kwaad. Wie kiest voor goed volgt morele en andere wetten, wie kiest voor kwaad is gedreven door persoonlijk falen, onvermogen, gebrek aan cultuur, beschaving, meestal gewoon door haat (l'enfer c'est les autres) of is hersenbeschadigd. Dat is geen vrijheid. Triest genoeg zitten we in een tijd waarin de 'acte gratuit' in de slechtste zin, de asociale individualistische daad, hoogtij viert. Maar aan de andere kant kan de vrije daad ook gericht zijn op sociaal samenleven, menselijkheid, en empathie. Voor sommige mensen is dit zelfs geen vrije keuze, maar een vast gegeven. Wat is daar mis mee?
Dit was zomaar een literaire excursie in het ruig van de tichel, oftewel het tuig van de richel.