Smilla's Gevoel voor Sneeuw van Peter Høeg speelt zich af in sneeuw en ijs. Wie leeft in een koud klimaat heeft ook een groot aantal benamingen voor verschillende soorten sneeuw. Ergens in dit boek lees ik
'Sneeuw is een beeld van onbestendigheid', zegt ze. 'Als in het boek Job.'
'Bent u in de schatkamers van de sneeuw geweest of hebt u gezien waar de hagel wordt gemaakt en opgeslagen ligt? De sneeuw en hagel die Ik heb bewaard voor de tijd van oorlog en rampen.'
(Boek Job)
In beide boeken komt sneeuw dus voor als een pestilentie, een bezoeking, een gesel, maar ook als een waarschuwing om het in zijn waarde te laten. Om er nog enigszins greep op te hebben geef je namen aan de diverse verschijningsvormen van sneeuw. Als dusdanig kun je sneeuw vervangen door groen. Het regenwoud wordt aangetast. Er is nauwelijks een plek op aarde waar het groen niet bedreigd wordt. Het moet 'bewältigt' worden, het moet overwonnen worden. Groen wordt al te vaak gezien als een bedreiging die gemillimeterd moet worden; wat boven het maaiveld uitsteekt moet weg. Groen verandert ook constant, wat sommigen ook maar vervelend vinden. Maar dat is juist mooi en het is gratis. Het enige wat overblijft is zoveel mogelijk benamingen bedenken voor het groen, zodat je intellectueel denkt er greep op te hebben en het te kunnen classificeren.
Zo ook in Amsterdam Zuidoost. In stukken van het stadsdeel treft je grote aantallen benamingen van groen aan. Gisteren had ik het nog over snippergroen. Maar hier is alvast een greep uit het grote aanbod:
landschapsgroen
natuurgroen
parkgroen
stadsparkgroen
werkgroen
centrumgroen
drevengroen
woongroen
herkenbaar groen (hilarisch!)
en dan heb ik het nog niet over aanverwante terminologie als postzegelparkjes, daktuintjes (vallend onder stadsgroen).
Zo creëer je ook de indruk dat het groen overal aanwezig is en aangepakt kan worden. De werkelijkheid is dat steeds meer bomen en struiken verdwijnen in Zuidoost, a rato van duizenden per jaar. Als ze het hebben over de gebruikskwaliteit van het groen dan krimp ik helemaal ineen. Het groen moet geld opbrengen. Laten ze het eens hebben over durfgroen; laat daar waar mogelijk het groen groeien zoals de schepper het bedoeld heeft.
Het stadsdeel en GGA zijn weer flink aan het maaien. Maaien moet soms, anders gaan sommige planten andere overwoekeren. Maar soms gebeurt dat maaien op zijn janboerenfluitjes, alsof men het gras met wortel en al wil uitroeien.
Zuidoever Gaasperplas
Rond het middelste boompje is gemaaid, op de voorgrond niet.
Nog zo'n plek verschroeide aarde
Waar is het groen?
Na het maaien komt het 'gemaaide' afval tevoorschijn
(afkomstig van bezoekers van Ballorig)
Laten we hopen dat het ooit weggehaald wordt
(waarschijnlijk niet)
Dat het anders kan bewijst onderstaande foto waarop te zien is dat bij Nellestein om twee mooie rietorchissen heen is gemaaid. Eromheen kaalslag, in het midden een oase van groen gras met een prachtige orchidee. Deze maaier heeft goed werk geleverd. Ik weet niet of het verschil maakt of het stadsdeel maait of GroenGebied Amstelland. Misschien moeten we eens gaan vergelijken. Ik heb de indruk dat het stadsdeel verstandiger maait dan GroenGebied Amstelland. In elk geval is duidelijk dat de bredere strook die nu gemaaid wordt langs voet- en fietspaden verantwoordelijk is voor het vermalen van tientallen beschermde planten zoals de rietorchis.
Rietorchis in een oase van groen
In het Gaasperpark zijn alle aronskelken uitgeroeid. Deze lente stonden ze nog met hun mooi getekend blad te pronken. Weggehaald omdat de besjes giftig zijn? Of gewoon omdat de plant niet voldoet aan de stadsdeelnormen? Wat nu overblijft zijn brandnetels en varens. Geen parkgroen, geen natuurgroen, en veel werk straks om die brandnetels in toom te houden. De grasperken in onze parken lijken in niets op de rolling parklands van Engeland, waarin ook bloemen een kans krijgen, maar zijn terreinen met bruine kaalslag die pleinvrees bevorderen. Wandel je op een hete zomerdag in een begroeid terrein waar het riet en ander planten meer dan twee meter hoog staan, dan krijg je toch natte voeten en sokken, niet omdat de ondergrond nat is, maar omdat het vocht van het regenbuitje van de voorbije dag nog in de onderste groenlagen aanwezig is. Als alles gemaaid is dan groeit er niets meer, behalve taai onkruid en woekerplanten, want dan zit je op een zanderige ondergrond. De zon verschroeit wat er nog groen is. Waar zijn ze toch allemaal mee bezig!
Trouwens men mag wel eens de kwaliteit van het water van de Gaasperplas en het strandwater onderzoeken, want ik heb al twee jaar geen vis meer gezien in de plas, terwijl dat een paar jaar geleden wel het geval was, flinke joekels van vissen zelfs. Nou ja, laat ik het zo zeggen, op sommige plekken op de plas is de vis verdwenen, op andere kun je ze nog aantreffen. Als de aalscholvers verdwijnen van de plas dan wordt het tijd om er iets aan te doen. Zelfs de horecalobby moet zich realiseren dat een verwaarloosd park en slecht zwemwater de recreatie de das om doen.