Mijn Surinaamse buurvrouw heeft elke vrijdag vrij. De laatste tijd heeft ze de neiging om haar muziek weer veel te hard te zetten. Dat is een probleem dat al jaren aansleept en enige tijd geleden opgelost leek. Maar het begint weer. Ze draait expres de bassen hoog en die zorgen natuurlijk voor overlast. Ze doet dat alleen als haar man niet thuis is. Op de minuut dat haar man binnenkomt thuis gaat die muziek uit. Klachten heb ik van hun nog nooit gehad. Ik ben even aan hun deur gaan aanbellen, maar er werd niet opengedaan. Ik ging boodschappen doen en zag haar op de stoep.
Ik: 'Buurvrouw, mag ik even met je spreken? Een minuutje?'
Zij: 'Nee, ik praat niet met je.'
Ik: 'Dan zal ik je wat zeggen. De laatste tijd zet je je muziek weer veel te hard. Dat vind ik niet zo prettig. Mag ik vragen waarom je dat eigenlijk doet? Heb je misschien een hekel aan mij?'
Zij: 'Ik praat niet met je.'
We gingen elk ons weegs in zuidoostelijke peis en vree. Onderweg naar winkelcentrum Reigersbos moet ik langs twee wat oudere Surinaamse mensen en ik hoor de vrouw zeggen 'ik heb veel moeite gehad om hem op het rechte pad te krijgen'. Geen idee over wie het ging. Maar ik zie 'the picture'.
Op de terugweg ontmoet ik een jonge Surinaamse vrouw, met een begeleider deze keer. Ik zag haar zo'n jaar geleden regelmatig bij het boodschappen doen en we wisselden dan een korte groet, soms een kort praatje. Bijna een jaar geleden verdween ze uit de circulatie. Ze is heel duidelijk drugsverslaafd en heeft waarschijnlijk wel meer problemen. Maar we groetten mekaar altijd. Nu zag ik haar dus weer. Een paar meter voor me stopte ze, zette haar handen op haar knieën. Ik zeg 'Meid, hoe is het met je?' 'Niet zo best', zegt ze. Ja wat zeg je dan? Ik zei iets over wandelen dat soms wel heel goed kan zijn. We zeiden weer gedag.
Maar de dag is nog niet om. Mijn buurvrouw heeft zoals hier en daar gebruikelijk is in Zuidoost een man met het spreekwoordelijke korte lontje; het aanspreken van zijn vrouw schijnt een heel groot taboe te zijn. En praten daar doen ze dus niet aan. Mijn buren zijn verder nette mensen, hebben een heel goed salaris, en een batterij auto's voor de deur. Maar mijn sympathie gaat toch meer uit naar de drugsverslaafde; dat komt misschien doordat ik niet naast haar woon.
Gaasperdam op een doordeweekse dag.