ROmagazine - Jos Gadet (Hoofdplanoloog Amsterdam):
“Over zin en onzin van een groene stad
Het belang dat het Amsterdamse gemeentebestuur hecht aan groen in de stad en de daadkracht die hierop volgt mag als een groot voorbeeld voor andere Nederlandse gemeenten gezien worden. Dat belang komt niet alleen voort uit verwijzingen naar gezondheid en natuur, maar de laatste jaren met name vanwege het feit dat groen een noodzakelijke voorwaarde voor het economisch succes van een kennisstad is.
Maar: bald himmelhoch jauchzend, bald zu Tode betrübt….. Want wat is er aan de hand? Ik schrok diezelfde week van een presentatie over participatie van de lokale bevolking bij de ondertunneling van de Gaasperdammerweg in het roemruchte zuidoostelijke deel van Amsterdam. Met die presentatie was niks mis, integendeel, maar en passant werd vermeld dat er boven op de tunnel een nieuw park komt. EEN NIEUW PARK??!!
Is het wel verstandig dat in een gebied dat drie grote parken kent die marginaal bezocht worden (het Bijlmerpark kende ondanks een forse opknapbeurt een dalend bezoekersaantal), omgeven is door maar liefst twee regionale groengebieden en dooraderd met ontelbare lege groenstroken, een extra park wordt aangelegd? Zit Zuid-Oost daar op te wachten? Tsja, al ruim tien jaar geleden besloten….. Waar Zuid-Oost juist mee geholpen is, is schaarste te creëren in groen. Hoe schaarser een product, hoe groter de waarde ervan. Bovendien, de kwaliteit van het groen wordt mede bepaald door de kwaliteit van de directe omgeving. En niet andersom. Dat leerde Jane Jacobs ons in 1961 al, en dat is de strekking van de drie Grote Groenonderzoeken die we sinds 1996 gehouden hebben. Het is allemaal keurig beschreven en gerapporteerd, en bovendien gepubliceerd in talloze vakbladen. Het succes van het Westerpark en Vondelpark is een gevolg van het succes van de verdichtende stad, waar verschillende soorten mensen om verschillende redenen en op verschillende momenten van de dag gebruik maken van de openbare ruimte. Dus stevige verdichting lijkt meer op zijn plaats.
Hoe kan het dan dat er nog steeds planologen, stedenbouwkundigen en ontwerpers zijn die openbare ruimte als een tweedimensionaal vlak zien dat je ‘leuk’ moet inrichten? Openbare ruimte is veel meer dan dat. Het gaat om mensen die functies dragen die gehuisvest zijn in panden die de wanden van plein, straat of park vormen. Kortom, openbare ruimte is de optelsom van mensen, functies, vastgoed en open ruimte. In die volgorde! De economische en sociale componenten van de openbare ruimte zijn belangrijker dan de fysieke inrichtingselementen. Hoe groter de variatie in groepen mensen en hoe groter de verscheidenheid in functies, des te succesvoller de openbare ruimte zal zijn.
Met het toevoegen van een groene vlakte aan een uitgestrekte groene vlakte voeg je allesbehalve kwaliteit toe aan Zuid-Oost, laat staan het Amsterdamse groen. Zuid-Oost heeft veel meer mensen nodig, geen parken.”
"In 'Leven en werken' van Bregtje van der Haak zien we bewoners van een yuppenwijk, het KNSM-eiland in Amsterdam, die het maximale uit hun leven willen halen. In de eerste plaats op het gebied van werk, maar de nieuwe waarden uit de werksfeer dringen ook door in de privésfeer. Het krijgen van kinderen wordt uitgesteld en relaties met een partner duren zolang ze maximale voldoening schenken."
Jos Gadet is hoofdplanoloog van de gemeente Amsterdam. En hij loog wat af. Planologen als Gadet proberen al jaren de verdichting van de stad te verkopen als een positief iets. Dat is klinklare onzin. Verdichting zorgt voor toestanden zoals Baltimore die nu beleeft. Verdichting is het bijeenpersen van steeds meer mensen op een steeds kleiner oppervlak. Groen kun je daarbij niet gebruiken, tenzij als bouwterrein. Haal nog meer groen uit de Bijlmer weg en je krijgt Amerikaanse reltoestanden. Heel eenvoudig. Openbare ruimte is geen optelsom. En als je daarbij het vastgoed optelt dan komt de verhouding al helemaal scheef te liggen, want bij vastgoed gaat het om geld, nooit om mensen.
Gadet wil ook niet weten dat de parken in Zuidoost al jarenlang geteisterd worden door gigantische bomenkap. In het Bijlmerpark werden meer dan 10.000 bomen gekapt, wat overbleef was een duur en kaal sportpark. Nu is men bezig met het ruïneren van het Gaasperpark. En Godet vindt groen bovenop de overkapping van de A9 geen goed idee. Ik zou haast naar ons Dagelijks bestuur toerennen om ze alle drie een flinke knuffel te geven omdat ze toch voor een groen parkJE hebben gekozen bovenop de Gaasperdammerweg. Ik heb nog nooit zoveel onzin gelezen over groen dan van Gadet. Schaarste creëren in het groen. Dit is super-neoliberalisme van de koude grond. Griezeliger kan niet. Nu begin ik te begrijpen waarom in Amsterdam de EHS (NNN) al jaren in het verdomhoekje is gedrongen. Dat komt door planologen als Gadet. Sinds een paar jaar heeft men de festivals ontdekt om ook onze parken vol te stouwen met jong volk dat ergens in hoge flats woont in een verdichte stad waar ze als konijnen opgestapeld zitten.
Is deze onzin van Gadet weer zo’n voorbeeld van minachting voor ons stadsdeel? Ik mag hopen van niet. Die duistere Bijlmerbewoners hebben zeker geen groen nodig? Bij mekaar proppen dan maar. We zitten hier niet te wachten op Godot, eh … ik bedoel Gadet. Een stadsplanoloog die nu in deze tijd nog durft te pleiten voor meer verdichting en zijn afkeer van tuinsteden nog steeds laat blijken heeft volgens mij een hekel aan mensen. Gadet zwelgt nog steeds in de verouderde ideeën van urbanisten van een halve eeuw geleden in een totaal andere wereld, ook nog een Amerikaanse. De Stalinistische architectuur is weer in. Alles volplempen met hoogbouw, zo goedkoop en efficiënt mogelijk, net als de megastallen. Gadet wil massa’s, het liefst zo dicht mogelijk bij mekaar. Ook de parken moeten zo vol mogelijk gepropt worden volgens Gadet en daarom zijn natuurlijk ‘voorzieningen’ nodig om het volk te trekken, d.w.z. horeca.
Gadet is voor hautain metropolitain. Het KNSM-Eiland is een voorbeeld van de afschuwelijke architectuur die dit oplevert. Het Piraeusgebouw lijkt wel een gevangenis. Een gruwel. Plantaardig of menselijk leven lijkt er niet gewenst. Stalen platen op de binnenplaats om menselijke contacten zoveel mogelijk te ontmoedigen.
Piraeusgebouw - KNSM Eiland
Detail
NieuwsUitAmsterdam: "Jos Gadet, hoofdplanoloog bij de gemeente Amsterdam, pleit voor veelzijdige buurten met een hoge bevolkingsdichtheid. Monotone, ruim opgezette wijken als Julianapark en de Westelijke Tuinsteden verhinderen dat Amsterdam zich ontwikkelt tot metropool. Tegen de aanhangers van de tuinstad kan niet vaak genoeg gefulmineerd worden, vindt hij. Die taak neemt hij op zich in zijn onlangs verschenen boek Terug naar de stad.
Gadet richt zijn pijlen op het idee van de functionele stad, ‘een stad waarin de functies wonen, werken, verkeer en vrije tijd strikt gescheiden zijn en waar licht, lucht en ruimte overheersen’. Dit idee, geïnspireerd door de architect Le Corbusier, werd in Amsterdam in de praktijk gebracht in de Bijlmer en in de Westelijke Tuinsteden.
Gadet pleit ervoor dat het stedelijk gebied wordt ‘uitgerold’ tot buiten de Ring. Dat vereist een hogere woningdichtheid, meer voorzieningen en beter openbaar vervoer.
Verder pleit hij voor hoogbouw, bijvoorbeeld aan de rand van park Frankendael in Oost.”
Het is opvallend dat mensen als Gadet, metropolitanen, grootstedelijke planologen met grootse plannen, het hebben over ‘een uitgestrekte groene vlakte' als het Bijlmerpark en het Gaasperpark, parken waar je in een paar minuten doorheen loopt, en die dus kleine parkjes zijn (en in het Gaasperpark is al helemaal niets vlak). Alles waar zo’n planoloog een hekel aan heeft is teveel en te groot. Maar de stad, het beton kan niet uitgestrekt genoeg zijn. Hoe groter hoe beter. Maar de menselijke maat ontbreekt. Geef deze planologen de kans en ze maken van elk paradijsje een uitgestrekte betonnen vlakte. Kritische reacties op dit artikel van Gadet worden trouwens op ROmagazine niet geplaatst. Ook censuur is weer in in dit land.
Hieronder staat de reactie van de Vrienden van het Diemerpark op het artikel van Jos Gadet:
"Jos Gadet beschouwt een park kennelijk alleen als 'succesvol' als het hoge bezoekersaantallen (mensen) heeft. Zuid-Oost zou "schaarste in groen" moeten creëren, omdat dit de "waarde" van het groen zou vergroten. De "waarde" van het groen lijkt voor Gadet uitsluitend bepaald te worden door de hoeveelheid bezoekers van dat groen. "Het succes van Westerpark en Vondelpark is een gevolg van het succes van de verdichtende stad."
Veel woningen rondom het groen vergroten volgens Gadet de waarde van het groen, omdat er dan meer mensen zijn die het groen bezoeken. Dat is een eenzijdige benadering. Er zijn mensen die van een 'rustig' park houden (weinig bezoekers), maar zenuwachtig worden van een 'druk' park (veel bezoekers). Een park dat mensen veel gelegenheid biedt om kennis te maken en/of te genieten van de natuur (die rijk en gevarieerd kan zijn omdat er weinig mensen komen) kan als 'succesvol' beschouwd worden.
Een park, ook al zou daar geen mens komen, kan óók 'succesvol' zijn als het een onmiskenbare heldere structuur aanbrengt in een stad of woonwijk, waardoor mensen minder 'op elkaar gepropt' wonen en/of als het park een grote hoeveelheid verschillende dieren en soorten planten huisvest (grote biodiversiteit).
En zo zijn er nog diverse andere parameters om het 'succes' van een park te beoordelen. Het groenmanifest van het Parkenoverleg geeft daarvan voorbeelden.
Jos Gadet verbaast zich erover dat er ("nog steeds") planologen, stedenbouwkundigen en ontwerpers zijn "die openbare ruimte als een tweedimensionaal vlak zien dat je ‘leuk’ moet inrichten”.
Het is betreurenswaardig dat er ("nog steeds") toonaangevende ambtenaren zijn met een eendimensionale visie als die van Jos Gadet. 'Leuk inrichten' is trouwens ook iets waarover verschillende opvattingen bestaan."