Vervolg op het vorige bericht.
DiemerparkGroen: "VVD: “PARKEREN IS PRIMAIRE LEVENSBEHOEFTE”
“Zo veel mogelijk parkeerplaatsen en zo snel mogelijk aanleggen”. Dat was bij alle discussies over de aanleg van een parkeerterrein in het Diemerpark de insteek van de VVD. De VVD had aanvankelijk wel problemen met auto’s in het park: “Auto’s in het Diemerpark toelaten op de fietspaden is vanuit verkeersveiligheidsoogpunt niet wenselijk.” De partij pleitte daarom in een persbericht voor de aanleg van een parkeerterrein bij het Amsterdam-Rijnkanaal.
Daar bleek zich echter een belangrijke ecologische verbindingszone te bevinden.
Toen duidelijk werd dat in verband met milieuwetgeving, de realisatie van een parkeerterrein op die plek daarom wel eens lang zou kunnen duren, werd die oplossing schielijk losgelaten en ging de partij toch zonder bedenkingen akkoord met de aanleg van een parkeerterrein in het park.
De zorg van de VVD is vooral dat 42 parkeerplaatsen niet genoeg zijn. Bij de laatste openbare vergadering over dit onderwerp stelde de woordvoerder daarom voor om het bestemmingsplan open te breken om een groter parkeerterrein mogelijk te maken.
Voor het beschermen van de natuur, natuurparkbeleving en verkeersveiligheid moet je niet bij de VVD zijn.”
Als de VVD nu eens een paar van die nodeloos aangelegde en gefaciliteerde bedrijfsterreinen zou omzetten in groengebieden speciaal ingericht voor evenementen, dan zou er tenminste doorstroming en reuring zijn. Lege bedrijfsterreinen en kantoorpanden, dat is het resultaat van de bouwwoede van de VVD en meeloper PvdA.
BinnenlandsBestuur: "De planambities van gemeenten op het gebied van bedrijfsterreinen stijgen nog steeds ver uit boven de vraagverwachting. Er is de komende vijf jaar sprake van tweemaal zoveel aanbod dan vraagvoorspellingen doen verwachten.
Dat blijkt uit het onderzoek Toekomstige verliezen van gemeentelijke grondbedrijven van EY en Fakton in opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu. De vertraging in de afzet van het geplande aanbod leidt voor gemeenten tot aanzienlijke renteverliezen van 0,2 tot 0,9 miljard euro. De onderzoekers gaan uit van een potentiële prijsafslag van minimaal 20 procent op de grondprijzen van bedrijfsterreinen.
De conclusie is dat het overaanbod op de bedrijfsterreinenmarkt circa 100 procent bedraagt. ‘Alle partijen op de markt voor bedrijventerreinen bieden dus circa tweemaal zoveel grond aan dan dat er verwachte vraag is’, leggen de onderzoekers uit. De onderzoekers constateren ook dat de diverse aanbiedende partijen op de markt voor bedrijventerreinen ‘nog geen duidelijke keuze hebben gemaakt om het aanbod meer in lijn te brengen met de verwachte vraag.’
Als ook de mismatch op de woning- en kantorenmarkt wordt meegenomen, komen de onderzoekers voor de komende vijf jaar uit op een verlies van 0,3 tot 2,1 miljard euro voor gemeenten. De potentiële verliezen ontstaan met name op de woningmarkt en bedrijfsterreinenmarkt. Samen bepalen die 85 tot 90 procent van het totale verwachte verlies van de gemeentelijke grondbedrijven."