De Levende Natuur

DLN 1

Het blad De Levende Natuur is sinds de eerste jaargang van 1897, onder redactie van E. Heimans, J. Jaspers en Jac. P. Thijsse, nog steeds springlevend. Het heeft een nieuw jasje gekregen en vanavond komt voor abonnees ook een digitale versie beschikbaar die ook op desktop, tablet en mobieltje te lezen is. Dus echt de moeite van abonneren waard.

Er staat in dit nummer ook een artikel over de meervleermuis, een soort die ook in het Gaasperpark is waargenomen. Deze soort wordt bedreigd door de woningisolatie vanwege de energietransitie. Om deze soort niet verder achteruit te laten gaan zijn maatregelen nodig om in de woningbouw en/of gemalen en bouwwerken zoals die in het tunnelpark bovenop de A9 voorzieningen aan te brengen voor vleermuizen. 

DLN 01 2022

DLN jg. 123, nr 1:
“Soorten zijn van zichzelf, niet van ons

Ecosystemen zijn van belang als leefomgeving voor soorten; we willen immers niet dat die alleen in dierentuinen en plantentuinen voortbestaan. Maar daarnaast kun je ook ecosystemen, als samenhangende en stabiele levensgemeenschappen, een waarde toekennen om zichzelf.
Die eigen waarde van soorten en ecosystemen staat bekend als intrinsieke waarde…
Vanwege hun eigen waarde hebben soorten en ecosystemen bestaansrecht en recht op bescherming. … We hebben niet het recht om ze te schaden zonder goede reden. We mogen niet zomaar bossen kappen, wegen aanleggen door natuurgebieden of delfstoffen winnen. …
De Nederlandse Wet natuurbescherming zegt: “Deze wet is gericht op het beschermen en ontwikkelen van de natuur, mede vanwege de intrinsieke waarde, en het behouden en herstellen van de biologische diversiteit” (Artikel 1.10 1a).
Het is niet alleen kortzichtig en ineffectief om ecosysteemdiensten als voornaamste argument voor natuurbescherming op te voeren, maar ook onoprecht. Want natuurbeschermers zullen, mag ik toch hopen, diep in hun hart vinden dat alle soorten en ecosystemen in principe bestaansrecht hebben.

DLN: “Zorgen om de nieuwe Omgevingswet

De Omgevingswet bundelt 26 wetten en honderden regels over de bescherming en het gebruik van onze leefomgeving: wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Opvallend aan de nieuwe wet is de decentralisatie: provincie en gemeenten krijgen meer ruimte voor eigen beleid. De rijksoverheid heeft een nationale omgevingsvisie ontwikkeld en legt in vier Algemene Maatregelen van Bestuur vrij flexibele rijksregels op. Provincies stellen elk een provinciale omgevingsvisie op en een omgevingsverordening, met instructies waar gemeenten zich aan moeten houden. Gemeenten krijgen meer ruimte voor eigen afwegingen en initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van energietransitie. Elke gemeente maakt een omgevingsvisie, en een omgevingsplan dat de huidige bestemmingsplannen vervangt. Gemeenten krijgen daar acht jaar de tijd voor. Wat ook opvalt is dat natuur- en milieu-organisaties en betrokken burgers meer betrokken moeten worden bij die omgevingsvisies en -plannen, en ook bij initiatieven van bijvoorbeeld projectontwikkelaars; meer participatie dus. Overheden en initiatiefnemers moeten aangeven hoe ze burgers en maatschappelijke organisaties bij de besluitvorming betrekken. Burgers en maatschappelijke organisaties kunnen daartoe ook het initiatief nemen.”

Als ik één feit hier nog wil naar voren brengen dan is het dat in de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 het NNN, NatuurNetwerk Nederland niet genoemd wordt, waarmee Amsterdam de Provincie Noord-Holland al een schot voor de boeg geeft en het NNN de facto vervangt door een eigen systeem dat bestaat uit een wirwar van groentypen met een eigen bestemming. De Provincie heeft in de eigen Omgevingsvisie NH2050 dit gesteld: "Natuurnetwerk Nederland (NNN) blijft de basis van de natuurstructuur”.

Het blad De Levende Natuur sluit aan bij een rijke geschiedenis. Waarvan hieronder een bescheiden bijdrage van mijn kant via de Heimans en Thijsse Stichting die nog veel foto- en filmmateriaal in bezit heeft dat gedeeltelijk gedigitaliseerd is of nog gedigitaliseerd moet worden. Onderstaande foto’s heb ik gedigitaliseerd en bewerkt voor dit eerste nummer van jg. 123. 

Dolfijn Noordwijk 1928
Dolfijn paal 77

Dit zijn foto’s gemaakt in 1928 door Jan P. Strijbos (op de bovenste foto de man links), een van onze natuurfoto- en filmpioniers, toen op het strand van Noordwijk een dolfijn aangespoeld was. Ter identificatie is hij op een Harley Davidson naar het Natuur Historisch Museum in Leiden gebracht.

© Natuurbescherming ZO 2015