Nederland is een bijzonder land, sommigen noemen het een waanzinnig gaaf land. Dat is het in sommige opzichten ook, maar daar is wel wat op af te dingen. Hoe gaat Nederland om met ondertekende verdragen, bijvoorbeeld Europese milieuwetten, natuurwetten en verdragen over milieu en klimaatverandering? Let op het standpunt van het kabinet! Hetzelfde kabinet dat de Overeenkomst van Parijs (over klimaatverandering) ondertekent, pronkt in het buitenland met dit verdrag, maar vindt dat wij hier in Nederland daar geen directe rechten aan kunnen ontlenen. Dus volgens het kabinet is het een verdrag voor de kat zijn viool. Het is vooral de PVV natuurlijk die moeilijk deed over dit verdrag.
EUR-Lex: "De Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering is het eerste, universele, juridisch bindende wereldwijde klimaatverdrag. Het is op 22 april 2016 ondertekend en op 5 oktober 2016 door de Europese Unie geratificeerd.”
De overeenkomst is goedgekeurd in de Tweede Kamer op 31 januari 2017. De procedure in de Eerste Kamer loopt nog.
SCOnline: "Rechter heeft laatste woord over werking klimaatverdrag
Het kabinet gaat ervan uit dat burgers geen directe rechten kunnen ontlenen aan het klimaatakkoord van Parijs, maar uiteindelijk is het oordeel hierover aan de rechter. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma, verantwoordelijk voor het klimaatbeleid, in antwoord op vragen van de Eerste Kamer.
Eerder spande actiegroep Urgenda met een beroep op mondiale klimaatverdragen succesvol een zaak aan tegen de staat. Het kabinet moest hierdoor het klimaatbeleid aanscherpen, hoewel de zaak nog loopt in hoger beroep. Het kabinet erkent dat het nieuwste akkoord ‘een rol kan spelen bij de invulling van open nationale normen door de rechter’, zoals in deze zaak gebeurde. De uitkomst van het hoger beroep kan hierover meer duidelijkheid geven, aldus Dijksma.
‘Niet de bedoeling’
Tegelijk gaat zij ervan uit dat het klimaatverdrag geen rechtstreekse werking heeft in de zin van de Grondwet en dat (rechts)personen ‘niet direct rechten aan de overeenkomst kunnen ontlenen’. Daarbij zijn onder meer de intenties van belang. ‘Partijen die hebben onderhandeld over de overeenkomst van Parijs, hebben niet de bedoeling gehad aan de verdragsbepalingen rechtstreekse werking toe te kennen, en de regering evenmin. Dit wordt bevestigd door de formulering van de bepalingen, die partijen verplichten tot het treffen van nadere maatregelen die klimaatverandering adresseren, en zich derhalve niet direct tot derden richten.’
Ook inhoudelijk zijn de verdragsbepalingen volgens de bewindsvrouw ‘niet voldoende concreet geformuleerd om als objectief recht te kunnen functioneren in de nationale rechtsorde’. Maar, benadrukt zij: ‘Uiteindelijk is onze nationale rechter eindverantwoordelijk voor het oordeel of verdragsbepalingen rechtstreekse werking hebben.’ Een uitspraak zoals in de Urgendazaak doet volgens haar ‘geen afbreuk’ aan de rol van de wetgever. ‘Het blijft de taak van de wetgever om normen vast te stellen en het is aan de rechter om (de uitvoering hiervan) te toetsen.’
Themacommissie
GroenLinks-leider Jesse Klaver wil dat de Tweede Kamer een themacommissie in het leven roept die de naleving van het klimaatakkoord bewaakt. Hij diende hierover een motie in tijdens het debat eerder deze week over de verkiezingsuitslag. ‘Ik denk dat het belangrijk is om de controlerende taak van de Kamer op deze wijze te versterken,’ aldus Klaver. Zijn motie werd echter aangehouden tot na de informatie – het moment waarop wordt beslist over de samenstelling van de Kamercommissies.
Ondertussen heeft de Amerikaanse president Donald Trump een streep gehaald door een groot deel van het klimaatbeleid van zijn voorganger. Of het land zich volledig terugtrekt uit het internationale akkoord is nog onduidelijk. Volgens Dijksma kunnen de Amerikaanse staten ‘gelukkig' zelf veel maatregelen en wetgeving zelfstandig doorzetten om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. ‘Daar moeten we ons aan vasthouden en samenwerking zoeken.’ Ze stelt dat er wereldwijd grote politieke wil is om klimaatverandering tegen te gaan. ‘Dat is niet meer te stoppen, al is dit een onmiskenbare tegenslag.’"