LivingPlanetReport: "Recente ontwikkelingen dierpopulaties op het land
Gemiddeld genomen is de omvang van dierpopulaties op het land sinds 1990 afgenomen.
• Voor alle leefgebieden bijeen was de afname sinds 1990 15 procent; de trend was de laatste tien jaar stabiel.
• Diersoorten die karakteristiek zijn voor agrarisch gebied deden het veel slechter; hun populaties namen met gemiddeld bijna 50 procent af.
• Ook dieren karakteristiek voor open natuurgebieden, zoals heide, namen gemiddeld met 50 procent af.
• In bossen veranderde de gemiddelde populatieomvang van karakteristieke diersoorten niet.
• Oorzaken van achteruitgang in agrarisch gebied zijn intensivering en schaalvergroting.
• De achteruitgang van diersoorten in open natuurgebieden is te wijten aan verdroging en, vooral, een overmaat aan stikstof. Stikstof vermest en verzuurt de bodem; door verzuring raakt de bodem onomkeerbaar uitgeput. Vermesting en verzuring hebben gevolgen voor plantensoorten die doorwerken op diersoorten. Natuur op zandgronden is het meest gevoelig.
• In gebieden op hoge zandgronden met een zeer hoge stikstofneerslag deden diersoorten het gemiddeld slechter dan in gebieden met minder hoge stikstofneerslag.
• Op heide, de meest voedselarme gronden, deden diersoorten het gemiddeld slechter dan in bos.
Kansen voor natuur en landbouw
Om het opgelopen verlies aan biodiversiteit te stoppen en te gaan werken aan herstel zijn ingrijpende veranderingen nodig.
• Breng agrarisch landschap weer tot leven door boerenland geschikt te maken als leefgebied voor wilde planten en dieren, en landbouwactiviteiten te ijken aan de draagkracht van het ecosysteem.
• Bied boeren toekomstperspectief door de omslag naar een volhoudbare landbouw met gebruik van ecologische principes en biodiversiteit als basis te stimuleren.
• Dring de uitstoot van stikstof terug aan de bron; zet in op landelijke reductie én rondom stikstofgevoelige natuurgebieden.
• Vergroot en verbind natuurgebieden zodat natuur tegen een stootje kan.
• Voer bewezen effectief natuurbeheer uit om schade aan natuur te herstellen.”
Een structurele vermindering van stikstof is alleen mogelijk als alle parken en natuurgebieden stikstofvrije gebieden worden, d.w.z. dat daar geen festivals en evenementen in georganiseerd worden waarvoor zwaar verkeer nodig is en waar schade onstaat aan bodem en fauna en flora door evenementen.
Wat let een groene en democratische coalitie om hiermee een begin te maken?
Ook de vervuiling van de bodem door micro- en nanoplastics neemt door de verstedelijking van natuurgebieden en intensiteit van recreatie sterk toe.
De ondemocratische recreatieschappen moeten dringend op de schop. De schappen zijn commerciële ondernemingen geworden die meer evenementen en exploitatie van natuurgebieden nastreven. Het wordt tijd dat het Rijk daar iets aan doet.
WageningenU&R: "Er is een luide roep om ecologisch relevant onderzoek naar nanoplastics en microplastics in de recente wetenschappelijke literatuur.
Promovenda Paula Redondo–Hasselerharm onderzocht de gevoeligheid van complexe levensgemeenschappen in een buitengewoon grondig en langdurig veldexperiment. Redondo: “In het lab zitten organismen in een aquarium en kunnen niet ontsnappen aan het plastic. Maar in de natuur is dat vaak wel zo, en omstandigheden, zoals de watertemperatuur, of stroming veranderen voortdurend. Daarom begroeven wij plastic deeltjes in natuurlijk sediment, maar alleen op bepaalde plekjes. Zo konden we zien of de biodiversiteit op die plekken anders is dan daaromheen. En we keken niet slechts vier weken, maar veel langer. Na drie maanden zagen we nog steeds geen effect, maar na vijftien maanden bleken sommige soorten het minder goed te doen dan andere. We zagen zowel bij micro- als macroplastics een achteruitgang van ca 50% van het totale aantal organismen ten opzichte van het controlesysteem.”