Hoewel sommige stadsgekologen met hun agitprop ten behoeve van exploitatie van natuurgebieden en parken (festivals) ons al jaren proberen wijs te maken dat het krioelt van de dieren in de stad en dat de stad een ideale habitat is voor fauna en flora, is het bar slecht gesteld met de natuur in Amsterdam. Men telt waarschijnlijk honden, katten, ratten, zilvervisjes en levende kreeften van de visboer bij het ‘wild’. Amsterdam is helemaal niet groen.
Sovon: "Vogels in de min in stedelijk gebied
In de periode 1990–2017 zijn de populaties van 13 van de 20 voor de stad kenmerkende broedvogelsoorten in aantal afgenomen, zo meldt het CBS op basis van telgegevens van Sovon. Aantallen Merels en Zanglijsters laten een daling in het stedelijk gebied zien, terwijl daarbuiten geen afname wordt geconstateerd. Ons land bestaat voor 16% uit stedelijk gebied. Van sommige soorten in Nederland broedt meer dan een derde in bebouwd gebied.
Vogelsoorten waarvan meer dan 32 procent van de Nederlandse populatie in de stad broedt, noemen we stadsvogels. Het gaat om soorten als Houtduif (ooit uitgesproken bosvogel!), Merel en Huismus. Sinds 1990 gemeten laten ze een afnemende trend zien (figuur 1).
Figuur 1. Cumulatieve trend van 20 stadsvogelsoorten
Stedelijke omgeving minder geschikt
Buiten de steden groeien de populaties van sommige van deze soorten
nog wel. Zeven soorten zijn sinds 1990 landelijk in aantal toegenomen.
Vier soorten zijn stabiel gebleven, negen soorten gaan ook landelijk
achteruit.
Van acht soorten gaan de populaties in het stedelijk gebied harder
achteruit dan landelijk. Geen enkele soort doet het in het stedelijk
gebied beter dan landelijk. Dit wijst erop dat de stedelijke omgeving
voor stadsvogels als broedplek minder geschikt is geworden ten opzichte
van het buitengebied. Lees hierover ook het artikel in de Volkskrant.”
CBS: “Populaties van 13 van de 20 stadsvogels afgenomen
Van acht soorten ligt de populatie-ontwikkeling in het stedelijk gebied lager dan landelijk. Dit geldt onder meer voor de putter, de zanglijster en de groenling. Voor geen enkele soort ligt de ontwikkeling in het stedelijk gebied hoger dan de landelijk trend. Dit wijst erop dat de stedelijke omgeving voor stadsvogels als broedplek minder geschikt is geworden ten opzichte van het buitengebied.”
AD: "Dat het over het algemeen niet goed gaat met de stadsvogels heeft te maken met het feit dat er veel gebouwd wordt. Hierdoor verdwijnen landjes met onkruid waar de vogels van leven. Daarnaast kiezen tuinbezitters vaak voor tegels in plaats van groen. De voedselbronnen voor vogels worden daarom steeds schaarser."
En daarnaast heb je nog de exploitatie van alle groengebieden. Het is dus van het allergrootste belang om onze parken en natuurgebieden niet van een oorverdovende stedelijke functie te voorzien en daar voortdurend festivals in te organiseren, maar die parken en natuurgebieden te reserveren als habitat voor fauna en flora. Dat zou een wereldwijze groene Amsterdamse coalitie onderhand toch wel moeten weten.