Dat er een Commissie Behoorlijk Bestuur is ingesteld om een rapport op te stellen duidt erop dat er een en ander mis met onze besturen en dat al te vaak sprake is van onbehoorlijk bestuur. Een groot deel daarvan kunnen we (negatief) op het conto schrijven van de privatiserings- en dereguleringswoede van de laatste decennia.
Een lastig gesprek - Advies Commissie Behoorlijk Bestuur (pdf)
Rijksoverheid: "Semipublieke organisaties opereren op het snijvlak tussen overheid en het bedrijfsleven. Voorbeelden van dit soort organisaties zijn woningbouwcorporaties, scholen en zorginstellingen. Veelal functioneren deze organisaties als een bedrijf, maar worden ze (deels) gefinancierd met publieke middelen.
Het moet voor bestuurders in semipublieke sectoren vanzelfsprekend worden om kritische vragen te beantwoorden. Ook moet meer verantwoording worden afgelegd over de manier waarop men invulling geeft aan hun maatschappelijke opdracht."
Met een grimlach kunnen we de volgende beschouwing lezen:
Huizenmarkt-Zeepbel: "De rechtbank heeft het verzoek van het Openbaar Ministerie om de VVD verboden te verklaren en te ontbinden afgewezen. ‘Veel VVD-ers hebben een crimineel karakter, maar ze vormen geen samenhangende, criminele organisatie. Daarom kan de VVD niet worden verboden’"
Ook wat de huizenmarkt betreft kunnen we zeggen dat de huizenbubbel mede veroorzaakt is door onze overheid die gretig de WOZ waarde van huizen heeft opgedreven waardoor nu heel wat mensen in de problemen komen. Kortgeleden las ik op het weblog van portefeuillehouder Jaensch waarin hij zich beschikbaar stelde voor de bestuurscommissie Zuidoost nog het volgende: "Ik wil mij blijven inzetten voor het deel van Amsterdam waar steeds jongeren kiezen voor een wooncarriere, waar de objectieve veiligheid met sprongen vooruit is gegaan en een hoge waardering wordt gegeven voor de sportaccommodaties." Wat sport betreft, er is geen betere sportpromotor dan dhr. Jaensch. Maar die wooncarrière is juist net de nek omgedraaid door de huizenbubbel en de bankencrisis. Het is weer hetzelfde liedje van woningen die misbruikt worden als speculatieobject. Koop een huis om het later met winst te verkopen en hoger te stijgen op de woonladder. Maar het is juist de VVD (samen met de PvdA jammer genoeg!) die dergelijke vooruitzichten voor tientallen jaren de kop indrukt. Er is momenteel geen redelijk vooruitzicht op een opleving van de woningmarkt. Zeker niet als de bezuinigingen die morgen aangekondigd worden doorgaan.
Ondanks de in het verleden gemaakte en erkende fouten gaat men stug door met het creëren van bubbels. Nu weer met een woningmarkt voor studenten. Alsof er geen crisis is. De Bijenkorf gaat zich nu alleen richten op de rijken. Die studentenflats zijn eigenlijk ook alleen maar bedoeld voor studenten van rijke ouders. Net als de kantorenbubbel zal ook de studentenflatbubbel eens leeglopen. En dat terwijl er nog ontelbare kantoorgebouwen leegstaan. Het geloof in een glorieuze toekomst wordt zo onderhand een gevaarlijk sprookje, een desastreuze mythe. De werkelijkheid is geen toetssteen meer. En het vervelende is dat er weer veel geld verdwijnt in het bouwen van straks leegstaande studentenflats.
Maar goed, ik dwaal een beetje af. Het gaat om behoorlijk bestuur. Het begint bij goede intenties en het loopt uit op ontoelaatbare toestanden. Haast onmerkbaar glijdt het af van goede bedoelingen naar corruptie.
Commissie Behoorlijk Bestuur: "Onderzoek laat zien dat zelfs integriteitschendingen lang niet altijd ontstaan door opzettelijk falen; dingen gaan onder andere mis doordat bestuurders verstrikt raken in de uiteenlopende eisen die aan hen worden gesteld. Ze staan voor morele dilemma’s omdat ze moeten kiezen tussen de waarden van de markt, de overheid, de maatschappij en hun beroepsgroep; ze worden geacht bedrijfsmatig te werken en tegelijk de publieke belangen te dienen, ze hebben te stellen met maatschappelijke verwachtingen en professionele verplichtingen, met tijdgebrek en perverse prikkels, en al met al gaan dingen veelal fout in ‘situaties waar gekozen moet worden tussen verschillende loyaliteiten.’
Als wanbestuur het gevolg is van bewuste integriteitschending of flagrante verwaarlozing van het publieke belang, is streng optreden tegen schuldigen vereist.
Het is in deze context dat de vraag opkomt hoe je de behoorlijkheid van het bestuur bevordert in de semipublieke sector. In de huidige situatie dreigt verantwoording afleggen de plaats in te nemen van verantwoordelijkheid nemen.
Hier zijn we bij het cruciale punt van de verantwoordelijkheid beland. De instellingen in de sector zijn in belangrijke mate autonoom. Dat betekent niet dat ze ontslagen zijn van alle verantwoording; autonoom handelen en verantwoording afleggen horen bij elkaar. Het betekent wel dat de overheid in de semipublieke sector op enige afstand staat: ze neemt de verantwoordelijkheid voor het systeem, niet voor de individuele instelling. Aan de instellingen zelf legt dit een zware verantwoordelijkheid op voor de kwaliteit en de dienstverlening. Ze moeten zelf zorgen hun huis op orde te hebben.
Spreken in termen van een ‘moreel kompas’ van leidinggevenden in de semipublieke sector zou ook ten onrechte de indruk kunnen wekken dat de grote incidenten van de afgelopen jaren alleen het effect zijn van het immorele gedrag van bestuurders. De Commissie concludeert op basis van haar analyse dat er meer aan de hand is dan problemen met individueel bestuurlijk gedrag. Onmiskenbaar mag een aantal bestuurders en toezichthouders de ontsporing van hun instelling zwaar worden aangerekend maar de semipublieke sector kent ook weeffouten in de (politiek-)bestuurlijke ordening, in de sturingsmechanismen en de verantwoordelijkheidsverdeling. Door deze weeffouten neemt het gevaar van immoreel en bestuurlijk onbehoorlijk gedrag toe, en wordt de kwetsbaarheid voor incidenten groter.
Behoorlijk bestuur is per slot van rekening geen resultaat van procedures of protocollen, maar van het feitelijk handelen van mensen.
Organisaties richtten zich vooral op inkomsten; bestuurders raakten verleid sterker te denken in financiële termen als omzet en bezettingsgraad dan in termen van kwaliteit en optimale dienstverlening.
Semipublieke organisaties hebben geen aandeelhouders. Overstapmogelijkheden voor consumenten zijn er niet, of anders is het proces van overstappen wel zo tijdrovend of informatie-intensief dat het voor een individuele burger niet lonend is. Ook kan schaalvergroting de overstapmogelijkheden danig inperken. Hierdoor hebben burgers weinig instrumenten om druk uit te oefenen op de instelling zodra die onwelgevallige praktijken onderneemt. De vatbaarheid van de instellingen voor incidenten neemt zo toe, niet alleen omdat er geen (werkelijke) dreiging is van klantenverlies maar omdat niemand echt verantwoordelijk lijkt of is voor de ontstane problemen. Bij een aantal geruchtmakende incidenten van de afgelopen jaren werd de verantwoordelijkheid net zolang heen en weer geschoven totdat deze uiteindelijk in een zwart gat dreigde te verdwijnen.
De grootste incidenten de afgelopen jaren draaiden om geld.
Burgers zijn voor hun welzijn afhankelijk van een goede uitoefening van publieke taken en zij mogen daarop ook rekenen. Publieke dienstverlening staat ten dienste van hen; burgers zijn, zoals eerder opgemerkt, de eigenaars van de publieke en semipublieke sfeer.
Het aandringen op tegenspraak en zelfkritiek vraagt om het voeren van lastige gesprekken. Tussen bestuurders onderling, tussen toezichthouders en bestuurders, en tussen toezichthouders en alle mogelijke stakeholders die feedback op gedrag kunnen geven. Die lastige gesprekken hoeven niet steeds lastig van toon te zijn – een goede eerste lastige vraag is ‘hoe gaat het eigenlijk?’
Een professionele bestuurder is dienend aan de professional en de publieke dienstverlening en is eindverantwoordelijk voor de dienstverlening. Het bestuur gaat regelmatig in gesprek met de verschillende stakeholders (leidinggevenden, medewerkers, interne en externe toezichthouders, cliëntenraden en anderen) over het handelen in relatie tot de afgesproken waarden en de prestaties. Bij belangrijke besluiten worden stakeholders betrokken in het besluitvormingsproces."
Terug naar de regententijd?
Nicolaes Pancras, ooit burgemeester van Amsterdam
en eigenaar van Wester-Amstel, nu kantoor van GGA
Van stakeholder naar steakholder?
Het probleem van onbehoorlijk bestuur bestaat dus vooral in de semipublieke sfeer, en die wordt ondanks het falen van de neoliberale politiek, nog steeds uitgebreid. Onder andere op het gebied van natuur en groengebieden. Een frappant voorbeeld is Groengebied Amstelland (waaronder vallen het Gaasperpark, de zuidoever van de Gaasperplas, de Ouderkerkerplas, De Hoge Dijk en de Middelpolder) dat in een samenwerkingsverband zit met de provincie Noord-Holland, de gemeenten Amstelveen, Amsterdam (de gemeente en de stadsdelen Zuidoost en Oost), Ouder-Amstel en Diemen.
Theoretisch is er inspraak mogelijk in de bestuursvergaderingen van GGA, maar kritiek van insprekers wordt meestal terzijde gelegd. In de praktijk zijn de verschillende bestuursleden ook niet altijd aanwezig op de vergaderingen. De communicatie tussen de vertegenwoordigers van stadsdelen/gemeente en hun raden is vaak niet optimaal. Soms worden raadsleden zelfs verkeerd geïnformeerd over kwesties van groenbeheer. Voor Zuidoost zit dhr. Jaensch in het bestuur van GGA. De laatste vergadering is niet doorgegaan en de bestuursleden hebben schriftelijk 'vergaderd', nota bene over een zeer belangrijke kwestie als de verlenging van het contract met Amsterdam Open Air, waardoor meerdere insprekers/toehoorders onverrichterzake weer naar huis moesten. De financiële besprekingen vinden trouwens altijd plaats in een besloten vergadering. GGA heeft liever geen pottenkijkers.
GGA lijkt een onderafdeling te zijn geworden van Recreatie Noord-Holland N.V. De voorzitter van GGA is een gedelegeerde van de Provincie Noord-Holland; zijn naam is Bond, Jaap Bond. Recreatieschap Noord-Holland heeft een N.V. opgericht, Recreatie Noord-Holland N.V. (100% van de aandelen is in handen van de overheid - maar hoelang nog?). Amsterdam draagt voor het overgrote deel bij aan de financiën van GGA. Wie communiceert met GGA krijgt briefwisseling van Recreatie Noord-Holland N.V., ondertekend door de programmamanager van dezelfde N.V. Dhr. Jaensch heeft ooit een slinkse poging gewaagd om de burgers ervan te overtuigen dat het contract, de gebruiksovereenkomst met Sky Concepts & Events B.V. (Amsterdam Open Air) een privaatrechtelijk contract was waar de burger niets mee te maken had. Het contract is nochtans opgesteld tussen Sky Concepts & Events en Groengebied Amstelland, een overheidsorganisatie, en is dus volgens mij bestuursrechtelijk. Dhr. Jaensch zelf beweerde ooit dat hij de voorwaarden van de gebruiksovereenkomst tussen GGA en de organisatoren van Amsterdam Open Air niet kende. Dat is wel een heel vreemde uitspraak voor een vertegenwoordiger van Zuidoost bij GGA.
Corporate brochure Recreatie Noord-Holland N.V. (pdf)
Recreatie Noord-Holland N.V. heeft de touwtjes in handen. Van transparantie is nauwelijks sprake. Als stadsdeelraden al correct geïnformeerd worden over de toedracht wat beheer van groengebieden betreft dan spelen ze nauwelijks een rol in het beheer. Inkomsten komen niet noodzakelijk ten goede van het gebied waarin ze zijn gegenereerd. Inwoners van de bewuste gebieden komen vaak voor een muur van onbegrip te staan; hun enige vorm van 'inspraak' loopt via de rechter. Burgers moeten een beroep doen op de WOB om informatie te krijgen en zelfs dat loopt soms uit op een rechtszaak. Dat is toch een heel vreemde situatie voor een publiek domein.
De N.V. heeft zo zijn eigen visie en die is momenteel: geld verdienen met natuur. Om dat te bereiken worden democratie en inspraak zoveel mogelijk terzijde geschoven en worden herhaaldelijk wetten, reglementen, bestemmingsplannen en afspraken met voeten getreden. De EHS, de ecologische hoofdstructuur, telt niet meer mee. Men verstoort fauna en flora met grootschalige evenementen. Beschermde planten als de rietorchis worden gemaaid door GGA. Het Gaasperpark wordt onder de voet gelopen door festivalgangers en heeft maanden herstel nodig. De kosten voor herstel zijn niet bekend, noch de opbrengsten. Wat was de opbrengst voor GGA of de N.V. uit Amsterdam Open Air? Dat mag de burger niet weten. Een evaluatie van Amsterdam Open Air dit jaar is volgens mij nog niet opgesteld. Op deze manier krijgen willekeur en corruptie vrij spel. Ook hier is sprake van onbehoorlijk bestuur. Wij betalen als inwoners van Zuidoost wel flink mee aan onze groengebieden en die worden dan op ondemocratische wijze verhuurd aan de commercie die er een puinhoop van maakt. Zelfs 'verantwoording afleggen' hoort niet meer tot de taken waartoe recreatieschappen zich verplicht voelen.
En laat ik er meteen nog een ander belangrijk punt aan vastknopen. Het is belangrijk dat overheden zich zelf strict houden aan de wet. Daar mankeert het in grote mate aan. Overheden tolereren vaak illegale toestanden, maar slaan soms ongemeen hard toe wat vermeende overtredingen door individuen betreft. De kwestie Amsterdam Open Air is een goed voorbeeld, overtreding van bestemmingsplan, belemmering van inzage van documenten, en arrestatie van een protesterende burger. Maar er is meer.
Nellestein heeft al een tijd last van illegale bed & breakfast bedrijfjes. Die zijn daar niet toegestaan. Toch willen een aantal calculerende ondernemers woongebieden tot commerciële gebieden maken. Stadsdeel Zuidoost heeft hiertegen actie gevoerd, maar lijkt bezweken onder de druk. Het gaat altijd om geld. De heersende mentaliteit bij sommige portefeuillehouders is 'als het maar geld oplevert dan is het goed', geld niet ten gunste van de gemeenschap maar van een aantal ondernemers. Het stadsdeel heeft ondanks de illegaliteit van deze b&b's een exploitatievergunning verleend, en zelfs verlengd. De omgeving van Nellestein heeft nu te maken met toenemende overlast. Als dit vast beleid wordt dan wordt de overlast steeds erger. Deze b&b's palmen de hallen en trapportalen van flats in. Er is voortdurend geloop, trammelant en tierelier. Toeristen bellen herhaaldelijk bij de buren van de b&b's aan als er op het adres waar ze heen moeten niemand aanwezig is. Met andere woorden, de belangen van de omwonenden worden genegeerd voor het financieel belang van een paar illegale ondernemers.
Emile Jaensch in Dichtbij: "Het stadsdeel heeft de afgelopen jaren fors ingezet op het terugdringen van woonoverlast."
Maar als er geld mee verdiend wordt, dan is overlast gewoon toegestaan door onze plaatselijke overheid. De stakeholders zijn steakholders geworden en ook het barbecuegebeuren verpest onze parken, want handhaving en schoonhouden blijft een zorgenkindje (nog verergerd door alle bezuinigingen). Het huidige beleid in Zuidoost is zeer kortzichtig en bevordert illegaliteit, dat is het minste wat ervan gezegd kan worden. Laten we hopen dat voorzitter Herrema ook in deze kwestie de integriteit van het stadsdeel kan bewaren, want dat is dringend nodig.